Bemesting

Een weerbare, gezonde boom is beter bestand tegen ziekten en plagen. Zorgen voor voldoende, opneembare nutriënten op juiste momenten in groeiseizoen is daarom van belang. Dat start met een aantal voorraadbemestingen voor de start en bijmesten tijdens de teelt.

Het waarnemen van een zwakkere groei of verminderde inwendige kwaliteit van vruchten ten gevolge van een niet optimale bemesting of tekort of juist overmaat aan water vereist een zeer ervaren blik en kan vaak ook alleen worden vastgesteld door analyse van gehaltes van voedingsstoffen in bodem, irrigatiewater en in bladeren en vruchten. Alleen bij extreme tekorten of overmaat van bepaalde voedingsstoffen treden er specifieke uiterlijk waarneembare gebreks verschijnselen op.

Volwassen bomen worden gemonitord op hun voedingsstatus met bladanalyses. Normen hiervoor zijn niet in Nederland onderzocht maar op basis van literatuur kunnen wel richtlijnen worden opgesteld.

Compenseer bij bemesting in ieder geval de afvoer aan nutriënten en zorg voor een pH (tussen de 6 en 7).

Om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden met organische stof is zelfcompostering een goede maatregel.