Snoeien

Van nature is de hazelaar een struik en is dan ook als zodanig veel gebruikt voor de teelt van hazelnoten. Waar deze nog commercieel in gebruik is, wordt het aantal stammen beperkt tot 4 à 6 door weghouden van overtollige scheuten die uit de wortels ontstaan. Wortelopslag dient dan ter vervanging van stammen die te veel verouderen, dus voor verjonging.

Geleidelijk is in de meeste teeltgebieden een trechtervormige kroon op een korte stam de meest populaire boomvorm geworden voor de beroepsmatige teelt. De reden is dat daarmee het bewerken van de grond en het oogsten van de afgevallen noten het meest eenvoudig bleek. Bovendien past de vaasvorm goed bij de groeiwijze van de hazelaar.

Figuur. Opkweek van vaasvorm op stam. a) snoei direct na het planten, b) snoei na het 1e groeijaar, c) snoei na het 2e groeijaar, d) snoei na het 3e groeijaar. Bron: De teelt van hazelnoten, Wilhelminadorp 1988.

Zie verder de handleiding De Teelt van hazelnoten