Economie
Inzicht krijgen in de economie van de teelt is belangrijk. Zowel voor de start, maar ook tijdens de teelt. Voor de start krijg je inzicht in de kosten en baten en tijdens de teelt is het belangrijk om de kostprijs goed te beheersen. Je kunt daarvoor een aantal berekeningen maken, zoals:
- Saldoberekeningen
- Aanleg kosten
- Stichtingskosten
- Investeringskosten
- Kostprijs
Uiteindelijk bepalen je hoeveelheid verkoopbare product en de marktprijs de opbrengstenkant. En dit zijn natuurlijk moeilijk in te schatten factoren. Kijken naar de trend, de markt en ervaringen van andere telers is daarbij belangrijk.
Er wordt uitgegaan van taakstellende productienormen, welke zijn gebaseerd op een niveau dat een goede ondernemer zou moeten kunnen halen onder optimale omstandigheden. De invloed van de verschillende grondsoorten op de opbrengst is hierbij buiten beschouwing gelaten. De productie per ha, dat wil zeggen de fysieke opbrengst die van een hectare geoogst kan worden, is sterk afhankelijk van een aantal factoren. Deze worden onderverdeeld in wel en niet kwantificeerbare factoren. Kwantificeerbaar zijn ras, leeftijd, plantdichtheid, onderstam, fertigatie/ watervoorziening en verliezen door nachtvorst, oogst, bewaring en beurtjaren. Hiervoor kunnen onderbouwde aannames worden gedaan. Voorbeelden van niet kwantificeerbare factoren zijn kwaliteit van het plantmateriaal, grondsoort en weersomstandigheden. Een zeer belangrijke niet kwantificeerbare factor is het vakmanschap van de notenteler. Het correct uitvoeren van onder andere snoei, uitdunnen van bomen. bemesting, gewasbescherming etc. heeft veel invloed op de productie. De normen liggen daarom in het algemeen wat hoger dan het niveau dat daadwerkelijk in de praktijk gehaald wordt.
De aanpak en de systematiek zijn gebaseerd op de Kwantitatieve Informatie Fruitteelt 2009 / 2010 (KWIN) (1); Voor de gehanteerde cijfers is gebruik gemaakt van in het verleden uitgevoerd onderzoek in Nederland, praktijkgegevens en aannames. Bij de cijfers is aangegeven welke bron is gebruikt.
Saldoberekeningen zijn gebaseerd op een volwassen aanplant. Vergelijken van verschillende gewassen mag echter niet alleen plaatsvinden op basis van saldo. Ook de stichtingskosten, de niet toegerekende kosten en de levensduur van een aanplant moeten dan in beschouwing worden genomen.
Bij een saldoberekening wordt niet gerekend met grondkosten. Saldo is inkomsten minus toegerekende kosten. Om de berekeningen correct uit te voeren wordt de rente over het omlopend vermogen mee genomen. Het saldo wordt gebruikt om verschillende gewassen te vergelijken, of om bedrijven te vergelijken op teeltniveau. Dus, vaste kosten (afschrijving, grondkosten, eigen arbeid) zitten niet in saldoberekeningen. Bij berekening van het marginaal saldo (in fruit vrij gebruikelijk) worden betaalde arbeid en kosten voor transport en opslag (koeling) meegenomen, maar geen vaste kosten.
Aanlegkosten en stichtingskosten zijn nodig voor de kostprijsberekening. Kostprijs omvat alle kosten per kg (of ton) product. Hier zit dus ook de arbeid van de ondernemers, de afschrijving van duurzame productiemiddelen en de grondafschrijving etc. bij.
Saldoberekening (van hazelnoten volledige productie)
205.42 KB |
21/08/2020 12:05:31 |